Wij bieden u een heldere invulling van het investeringsstatuut, zodat u een gedegen afweging kunt maken over de financiële kant van uw investeringen.

Onroerend goed en vreemd vermogen

Onroerend goed vormt veruit de belangrijkste post op de balans van woningcorporaties. Daarna volgt de financiering met vreemd vermogen. De kwaliteit van het onroerend goed beïnvloedt in belangrijke mate de mogelijkheid om vreemd vermogen ter financiering aan te kunnen trekken. Daarom dienen beide posten ook in samenhang te worden beschouwd.

Financieringsmogelijkheden hangen af van de mate waarin voldoende middelen kunnen worden gegenereerd om kapitaallasten (rente en aflossing) te kunnen voldoen.

Wat regelt het investeringsstatuut?

Het investeringsstatuut regelt waarin en onder welke condities de woningcorporatie vermogen (eigen of vreemd vermogen) vastlegt in kapitaalgoederen. Anders gezegd, onder welke condities is de woningcorporatie bereid huidige zekerheid (een bedrag op de bank) in te ruilen voor toekomstige onzekerheid (de exploitatie van het gerealiseerde vastgoed dat voldoende middelen moet genereren om ook de kapitaallasten te kunnen dekken).

Het investeringsstatuut dient recht te doen aan het volkshuisvestelijk beleid en vergt een toegesneden financieel beleid dat niet op zichzelf staat, maar onlosmakelijk is verbonden met alle bedrijfsactiviteiten. Het financieel beleid is daarin enerzijds sturend en anderzijds randvoorwaardelijk.

Wat biedt het investeringsstatuut?

Het investeringsstatuut biedt u concrete handvatten in termen van ratio’s, te behalen rendementen per soort vastgoed, toegesneden op volkshuisvestelijke doelgroepen. Diensten van algemeen economisch belang en Niet-Diensten van algemeen economisch belang hebben daarbij hun eigen plaats.

Het investeringsstatuut biedt u dus een kader om afgewogen beslissingen te nemen en stelt u in staat zich adequaat te verantwoorden.

Meer weten over wat wij voor uw organisatie kunnen betekenen? Neem contact op via vanvark@via-via.nu of 06-53797313.