De relatie tussen de RvC, het bestuur en de externe accountant

Auteurs: Ben Spelbos & Hans Vark

De relatie tussen de RvC van een woningcorporatie en de externe accountant is van cruciaal belang voor goed intern toezicht. De feitelijke werkzaamheden van de accountant zijn daar een belangrijk onderdeel van.
De selectie van de accountant door de RvC en het opdrachtgeverschap daarna, vraagt ook om een goede relatie tussen RvC, bestuur en accountant. En ook een goede relatie tussen bestuur en accountant, is voorwaarde voor een goede controle door de accountant.

Uitgangspunt van het functioneren van de accountant is de toepasselijke wet- en regelgeving, op basis waarvan hij of zij een oordeel geeft over de financiële verantwoording van een woningcorporatie. Daarnaast is het wenselijk dat de accountant door de RvC en het bestuur wordt uitgedaagd – en ook autonoom de behoefte voelt – om ‘voorbij de cijfers te kijken’. Wat wordt naast de formele controlewerkzaamheden nog meer waargenomen? Wat valt op? Wat kan beter?

Door een bredere taakopvatting kan de accountant aanzienlijke meerwaarde leveren. De RvC en het bestuur moeten de accountant dan wel de ruimte bieden om invulling te geven aan zijn of haar signalerende en waarschuwende rol. Dan levert de accountant meer dan alleen de verklaring die kan worden “afgevinkt”.

In deze handreiking geven de auteurs inzicht in wat van een controlerend accountant verwacht kan worden, maar vooral hoe de RvC meer ‘uit de accountant kan halen’ ten voordele van de corporatie. Naast de formele aspecten van de relatie tussen de RvC, het bestuur en de accountant, komen ook de informele, ‘zachte’ kanten aan de orde.

De VTW biedt met deze handreiking en de daarin opgenomen aanbevelingen, handvatten om het opdrachtgeverschap van de RvC richting de accountant steviger in te vullen.

Albert Kerssies, directeur VTW
Guido van Woerkom, voorzitter VTW